Het wordt steeds drukker op de Nederlandse fietspaden. Goed nieuws, want fietsen is gezond, duurzaam en efficiënt. Als het echter té druk wordt, kan dit leiden tot onveilige situaties, een verminderde doorstroming en ongemak bij fietsers. CROW-Fietsberaad heeft DTV Consultants daarom gevraagd onderzoek te doen naar de beleving van fietsers bij verschillende (combinaties van) intensiteiten en fietspadbreedtes. Met de resultaten van het onderzoek wil CROW-Fietsberaad de aanbevelingen voor gewenste fietspadbreedtes in de Ontwerpwijzer Fietsverkeer aanscherpen.
Het onderzoek bestond uit drie onderdelen:
- Een modelmatige berekening ongemak fietsers
- Empirisch onderzoek naar gebruik van fietspaden en beleving daarvan door fietsers
- Vaststellen gewenste fietspadbreedtes
Modelberekening: wanneer gaat een fietser zich ongemakkelijk voelen?
We hebben een rekenmodel gemaakt: de Ontmoetingenvoorspeller. Invoer van het aantal solo-fietsers, fietsduo’s en brom-/snorfietsers (per richting) geeft, op basis van een snelheidsverdeling, het aantal ontmoetingen (inhaalbewegingen en tegemoetkomingen) per type. Op basis van de benodigde breedte voor elke ontmoeting, kunnen we vervolgens voor elke fietspadbreedte vaststellen of deze ontmoeting (theoretisch) mogelijk is. Invoer van de fietspadbreedte geeft inzicht in het aantal en soort ontmoetingen (ruim, krap, onmogelijk).
Empirisch onderzoek: enquête en tellingen
Op 15 locaties door heel Nederland hebben we drie uur lang fietsers ondervraagd. Zes van deze locaties hebben we twee keer in het onderzoek meegenomen. Fietsers zijn hierbij onder andere gevraagd om een oordeel te geven over de zojuist gemaakte rit en hun oordeel over de breedte van het fietspad. Tegelijkertijd met de enquête hebben we met tellingen het werkelijke gebruik van het fietspad nauwkeurig vastgesteld.
In de data-analyse is vervolgens gezocht naar verbanden tussen fietspadbreedte, gebruik, en oordeel van fietsers.
Een aantal (opvallende) resultaten:
- De overall-rapportcijfers voor de fietspaden zijn behoorlijk hoger dan de overall-rapportcijfers die fietsers geven aan fietsstraten. De afwezigheid van gemotoriseerd verkeer op fietspaden, levert dus direct een hoger oordeel van fietsers op.
- Uit correlatie tussen de antwoorden van de ondervraagde fietsers blijkt dat de variantie in het gemiddelde rapportcijfer voor het oordeel over de rit voor 74% kan worden verklaard op basis van de scores op de stellingen “ik vond het te druk”, “dit stukje fietspad is veilig” en “dit stukje fietspad is breed genoeg voor het aantal fietsers dat hier op dit moment rijdt”.
- Er blijkt geen significant verband te zijn tussen het oordeel over de rit en de fietspadbreedte. Ook is er geen verband tussen het oordeel over de breedte van het fietspad en de fietspadbreedte. Op zichzelf is dat niet zo vreemd, omdat het voor de hand ligt dat de breedte alleen van belang is in relatie tot de drukte op het fietspad.
- Er blijkt wel een duidelijk verband te zijn tussen de intensiteit (hoe druk het is op het fietspad) en het oordeel over de rit. Een hogere intensiteit leidt tot een lager oordeel.
Groene, gele en rode ontmoetingen
De fietspadbreedte bepaalt of er voldoende ruimte beschikbaar is voor elk type ontmoeting (inhaalbewegingen en tegemoetkomingen). Hogere intensiteiten leiden tot meer ontmoetingen. Als het fietspad smaller is, leidt dat vaker tot “onmogelijke” ontmoetingen. En daar hebben fietsers last van. Met de ontwikkelde Ontmoetingenvoorspeller is voor elk fietspad, op basis van de werkelijke gemiddelde uurintensiteit in de onderzoeksperiode, het aantal ontmoetingen berekend waarvoor voldoende ruimte is (groene ontmoeting), waarvoor de ruimte krap is (gele ontmoeting) en
waarvoor onvoldoende ruimte bestaat (rode ontmoeting).
Oordeel fietsers betrouwbaar voorspellen
We hebben bekeken in hoeverre het aantal groene, gele en rode ontmoetingen correleert met het oordeel van fietsers over hun rit. Omdat ontmoetingen met brom-/snorfietsers, vanwege het snelheidsverschil (en mogelijk ook het geluid) wellicht een belangrijke invloed hebben op het oordeel van fietsers, zijn deze ontmoetingen apart uitgesplitst. Het model dat het oordeel van fietsers, binnen de genoemde randvoorwaarden, het beste voorspelt, is een model met de volgende variabelen:
- Percentage brom-/snorfietsers
- Totaal aantal groene + gele ontmoetingen (per uur per kilometer fietspad)
- Rode ontmoetingen per fietser (per uur per kilometer fietspad)
De variantie in het gemiddelde rapportcijfer voor het oordeel over de rit kan voor 48% worden verklaard op basis van dit model. Dit is een vrij hoge verklarende waarde, aangezien veel andere aspecten de mening van fietsers kunnen beïnvloeden. Denk aan weersomstandigheden, omgevingsfactoren enzovoort.
Visuele weergave score fietspad per breedte
We hebben een rekentool toegevoegd aan de Ontmoetingenvoorspeller waarmee je kunt voorspellen of een fietspad slechter dan gemiddeld, gemiddeld, beter dan gemiddeld of veel beter dan gemiddeld scoort. Input vormen de intensiteiten, een (eventueel standaard) snelheidsverdeling van fietsers en brom-/ snorfietsers en de breedte van het fietspad.
Hieronder ziet u dit uitgewerkt in een grafiek voor tweerichtingsfietspaden. De lijnen geven de bovengrenzen aan van de categorieën “slechter dan gemiddeld”, “gemiddeld” en “beter dan gemiddeld”, bij verschillende percentages brom-/snorfietsers. Om “gemiddeld” te scoren, moet de fietspadbreedte dus boven de lijn “slechter dan gemiddeld” liggen.
Huidige eisen Ontwerpwijzer Fietsverkeer wellicht strenger dan noodzakelijk
In de grafiek is ook de fietspadbreedte weergegeven zoals deze worden aanbevolen volgens de Ontwerpwijzer Fietsverkeer van CROW. Uit de grafiek is af te lezen dat deze richtlijnen strenger zijn (er wordt een grotere breedte geadviseerd) dan op basis van het uitvoerde onderzoek nodig blijkt. Het CROW vindt het nog te vroeg om de aanbevelingen nu al te verruimen, maar ziet wel aanleiding tot verdere discussie. Dit is één van de zaken die CROW-Fietsberaad wil meenemen in het vervolgproject ‘Richtlijnen voor het fietspad van de toekomst’.